Moedervallei

Een kalme vanzelfsprekendheid

hing in de kamer.

Mijn opa dekte zachtjes neuriend de tafel

en rijmde binnensmonds.

De perenboom in de tuin droeg haar vruchten

terwijl oma in de keuken

haar aardappelen schilde.

Ik zat op de grond naast de kast

en keek naar de slapende hond.

De koekoeksklok zou zo 12 keer haar deuren openen

Glorie, glorie, glorie, ere zij God, ere zij God,

die in de hoogste hemelen zijt!

Gloria, gloria, in excelsis deo

Glorie, glorie, glorie

Aan de allerhoogste God!

Het behang aan de muur

In de hal stroken weggescheurd,

Muren ongeverfd, onbehangen

Het wasgoed in een grote hoop in de garage op de grond

De woningbouwvereniging had gezegd

Er is geen tijd te verliezen

U zult huis en haard moeten verlaten

en opnieuw beginnen

Maar er is geen toekomst

Waar is het begin dat gemaakt zal moeten worden?

Overleef mij. In de ogen van de moeder

Waar is zij? Was zij er ooit geweest?

of was zij verscholen.

als een vals wezen

neergeplompt, vastgenageld

Ik wilde mijn moeder knuffelen

met mijn hoofd op haar schoot

Zij zei, doe dat niet.

Haar lichaam verstijfde

Ik wendde me weer af

Het zachte hart

Ik zat op het terras in de zon. Het was het vakantiepark waar we jaren daarvoor met z’n allen aan tafel hadden gezeten.

Nu zat ik er alleen. Het verleden had er overal slakkensporen nagelaten. Waar ik aan vast had willen houden was allang verdwenen. Ik liep de herinneringen een voor een na, pakte ze beet, herkauwde ze, mijmerde, en overdacht.

Ik dacht terug aan het moment dat we daar met z’n allen aan tafel hadden gezeten. De ergernis naar elkaar. Het gedrag van de kinderen dat niet in toom te houden was. De afkeuring die ik had gevoeld over het gedrag van mijn man .

Na dit moment waren er nog vele geweest. Overtuigingen en oordelen hadden het stromende water langzaam veranderd in ijskristallen en hadden zich tenslotte vastgezet als ijs rondom mijn hart. De verschijningsvorm van het moment zoals het zich voordeed, had ik niet kunnen accepteren en hadden me afgesneden van het leven zelf.

Nu ik weer hier zat, op dezelfde plek, met de echo’s van het verleden die nog zachtjes in mijn oor naklonken, realiseerde ik me hoe waardevol deze momenten waren geweest. Het leven en alles wat zich daarin had voorgedaan had allang een andere vorm aangenomen. Mijn  man was getrouwd met iemand anders. Mijn kinderen pubers die nu begonnen waren aan hun eigen levens.  

Het ijs was pas gaan smelten toen ik uiteindelijk de stilte had opgezocht. In de stilte had ik de zachte fluistering van mijn hart kunnen horen. De overtuigingen die zich hadden vastgezet lieten een voor een los in de jaren die volgden en gleden als smeltwater langs mijn hart, dat langzaam sterker begon te kloppen.
Mijn longen hadden zich gevuld met lucht en de ruimte rondom mijn hart was groter geworden met elke ademteug die ik nam.

Wat ik had aangezien voor het leven zelf, waren slechts ijskristallen geweest. Met mijn zachte hart trad ik het leven opnieuw tegemoet.

Uitgelicht bericht

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Geen categorie